Een coach is in de Engelse taal een koets. Met een koets wordt de reis makkelijker en minder vermoeiend. Jij bepaalt je doel en de route. Trainen betekent het oefenen van een bepaalde vaardigheid. Door gebruik te maken van een coach of trainer leer je om de dingen anders, beter, mooier, handiger te doen. Zo ondersteun je de ontwikkeling van je loopbaan of je levensloop.
De kern van coachen en trainen:
- Kennis vergroten, kennis verwerken, oefenen en oefenen en dan vertalen naar het leven van alledag.
- Plezier in wat je doet is in werk en privé het belangrijkste! Het geeft voldoening als je je eigen talenten leert kennen en weet hoe je die het beste kunt gebruiken.
- Zelfsturing: het steeds beter ontwikkelen van zelfsturend vermogen.
- Levenslang leren: groei en ontwikkeling gaat je leven lang door.
- Bovendien: medewerkers die groeien zorgen voor groei van de organisatie waar ze werken.
- Denken + Doen: reflectie is belangrijk, maar door te doen gaan dingen pas echt veranderen. De balans tussen denken en doen maakt je ontwikkeling spannend, de combinatie maakt het mogelijk om te groeien.
- Patronen: handig als je doorziet hoe bepaalde patronen en gewoonten in je gedrag groei en ontwikkeling kunnen bevorderen, of juist afremmen.
- Hier en nu is je vertrekpunt. Dat vraagt inzicht in je huidige situatie. Je verleden maakt deel uit van je leven nu maar niet meer dan dat. Stop dus je energie vooral in het heden.
- Leren verlangen: als je weet waar je naar verlangt, kun je een plan maken.
- Maak je plan: zet mogelijke stappen op een rijtje, inclusief valkuilen, omleidingen en sluiproutes. Maak je keuzes en zet concrete stappen.
- Hou vol als iets goed werkt, probeer iets anders als iets niet werkt.
- Onderneem je leven: investeer in je mooiste talenten,
- Zoek uit waar ruimte is voor je verantwoordelijkheid, eigenaarschap en autonomie.